Snelheidsregeling zonder radar

Radar snelheidsregeling
Radar snelheidsregeling

Kan snelheidscontrole worden uitgevoerd met radar zonder bord? De snelwegverkeerswet nr. 2918 omvat veel administratieve misdaden of straffen om ervoor te zorgen dat het verkeer op de snelweg op een ordelijke manier wordt uitgevoerd en om ongelukken met de dood, letsel en materiële schade te voorkomen schade, en om gevaar en schade in dit kader te voorkomen.

Eén van deze regels is om op de snelweg te rijden zonder harder te rijden dan de vooraf bepaalde snelheid, afhankelijk van de kenmerken van het gebruikte voertuig en de staat van de weg. Boetes worden opgelegd als administratieve sancties aan degenen die de snelheidslimiet overschrijden die door de wetgeving is bepaald, zelfs als er geen verkeersongeval plaatsvindt. Het verschil tussen administratieve boetes en gerechtelijke boetes is dat ze zeer snel worden toegepast en onmiddellijk kunnen worden geïnd. Er kan worden gesteld dat deze straffen een afschrikwekkende werking hebben, het gebruik van snelle voertuigen voorkomen en tot op zekere hoogte verkeersongevallen als gevolg van te snel rijdende voertuigen voorkomen.

Ons onderwerp van discussie is niet het preventieve karakter van bestuurlijke boetes, de kleine of de grote bedragen, of snelheidslimieten nodig zijn of dat deze limieten verlaagd of verhoogd moeten worden.

Ons onderwerp is, om zo te zeggen: kan de staat een valstrik zetten of macht tonen, dat wil zeggen: kan hij snelheidscontroles uitvoeren en administratieve boetes opleggen door zonder voorafgaande kennisgeving of waarschuwing verborgen of open radarsystemen op de snelwegen te plaatsen? Kan radarsnelheidscontrole worden uitgevoerd zonder voorafgaande uitleg, informatie en waarschuwingsborden, waarop staat "het staat in wet nr. 2918" en "onwetendheid van de wet is geen excuus"? Onder de regels van de sociale orde wordt gesteld dat de wetten verplicht zijn, bindend voor iedereen, en dat iedereen zich aan de snelheidslimieten daarin moet houden, omdat het op dit punt de bedoeling is om de chauffeurs van tevoren te waarschuwen voor het feit dat het verkeer op een ordelijke manier doorstroomt en om ongelukken te voorkomen, en te zeggen: ‘Gebruik het hier niet, rijd er niet mee op plaatsen waar geen borden staan.’ Betekent dat het aanmoedigen van overdreven snelheid op wegen waar geen radarwaarschuwing is? tekenen, en klopt dat? Betekent de praktijk, dat wil zeggen het zonder waarschuwing plaatsen van radars en het uitdelen van boetebonnen, integendeel dat burgers worden gestraft en geld wordt ingezameld om inkomsten voor de staat te genereren? Zorgt deze praktijk ervoor dat het individu de staat wantrouwt? Zal hierdoor het ‘rechtsstaatbeginsel’ worden geschaad?

De 7e Strafkamer van het Hooggerechtshof heeft aan deze discussies een einde gemaakt met haar uitspraak van 08.07.2014, genummerd 2014/2954 E. en 2014/14281 K.. De afdeling heeft besloten dat snelheidscontrole niet met radar kan worden uitgevoerd zonder waarschuwingsbord en dat er geen administratieve sancties kunnen worden opgelegd. Volgens enkele van de rechtvaardigingen in dit besluit, waarin werd vastgesteld dat het onwettig was om snelheidscontroles uit te voeren met radar en boetes uit te delen zonder waarschuwingsbord;

“Kort gezegd betekent de rechtsstaat 'een staat die zich bij zijn activiteiten aan de regels van het recht houdt en rechtszekerheid biedt aan zijn burgers'.

Aangezien de rechtsstaat een staat betekent die aan de wet gebonden is, is het ongetwijfeld zo dat de uitvoerende macht, die een van de drie machten van de staat is, ook gebonden is aan de rechtsregels.

Voor het uitvoerend orgaan zijn zekerheid en voorspelbaarheid van zijn bestuursactiviteiten verplicht. In de rechtsstaat moeten de acties en transacties van de overheid voorspelbaar zijn door degenen die worden bestuurd. Bij administratieve transacties en handelingen moet het bestuur deze bevoegdheid regelen met algemene regels zoals statuten en reglementen en deze voorschriften naleven. Dit wordt het 'principe van ordentelijk bestuur' genoemd. Op dezelfde manier mag de overheid, vanwege het beginsel van zekerheid van administratieve activiteiten, haar stabiele praktijken niet opgeven.

Opnieuw stelt het beginsel van de rechtsstaat dat de staat de plicht heeft om ‘daden te ondernemen die in strijd zijn met persoonlijke rechten en vrijheden, de openbare orde en veiligheid, de volksgezondheid en het milieu, de economische orde, de sociale vrede en orde, en de regels van de openbare orde’. moraliteit, dat wil zeggen misdaden en misdrijven, betaalt binnen het kader van het nationale en universele recht.” en heeft een verplichting. Wel moet worden aanvaard dat de Staat in essentie en primair de plicht heeft om overtredingen van deze regels te voorkomen. Met andere woorden: de plicht van de overheid, die een onderdeel is van de rechtsstaat, zou niet moeten zijn om van individuen te verwachten dat zij de regels overtreden en hen te straffen, maar om het niveau en de gewoonte te ontwikkelen om in overeenstemming met de regels te handelen. Deze kwestie is ook een vereiste van de 'beginselen van goed bestuur'. Evenzo is het een vereiste van de rechtsstaat dat de (uitvoerende) administratie gebonden is aan de beginselen van behoorlijk bestuur.
Zo werd met een door het ministerie van Binnenlandse Zaken ingesteld regelgevend bestuurlijk optreden een regeling getroffen met betrekking tot het 'informeren van weggebruikers (vooral automobilisten) over welke gedeelten van de snelwegen zullen worden uitgevoerd, voor welke perioden en over welke onderwerpen zij zullen worden uitgevoerd'. geconcentreerd worden, door maximaal gebruik te maken van nationale en lokale media en andere communicatiemiddelen.” Het lijkt te zijn ontstaan.

Met de bepaling van subparagraaf (c) van de eerste paragraaf van artikel 3152 van Wet nr. 2 betreffende de organisatie en taken van het Ministerie van Binnenlandse Zaken is de taak van het 'zorgen voor en toezicht houden op de verkeersvolgorde op snelwegen' toevertrouwd aan de Ministerie van Binnenlandse Zaken. Volgens de bepaling van artikel 33 van dezelfde wet kan het ministerie van Binnenlandse Zaken 'diensten verlenen die zij bij wet verplicht zijn te verrichten; Het is belast en bevoegd om dit te regelen door middel van statuten, reglementen, kennisgevingen, circulaires en andere administratieve teksten.

In het kader van deze 'regelgevende taak en bevoegdheid' van het ministerie van Binnenlandse Zaken is met goedkeuring van de minister de Richtlijn te nemen voorzorgsmaatregelen bij verkeersinspecties en verkeersongevallen opgesteld en in werking getreden, gedateerd 31.10.2011. 'Bij verkeersinspecties; Voor, tijdens en na de keuring en bij verkeersongevallen; Het werd uitgegeven om de procedures en principes vast te stellen van de werkzaamheden en handelingen die moesten worden uitgevoerd bij aankomst op de plaats van het ongeval en de acties om het verkeer te beheren en te reguleren.

Gelet op het bepaalde in de artikelen 34/1-ç en 47 van de richtlijn moet worden aanvaard dat weggebruikers geïnformeerd moeten worden over 'op welk deel van de snelweg en op welke tijdstippen de radarsnelheidscontrole zal worden uitgevoerd'. Deze kwestie is ook een vereiste van de beginselen van 'duidelijkheid en informeren via passende middelen', die zijn aanvaard als een van de beginselen van goed bestuur in de aanbeveling aangenomen door de ministervertegenwoordigers van het Comité van Ministers van de Raad van Europa.

Volgens de bepaling van artikel 47 van de richtlijn zal de administratie bij deze informatieactiviteit maximaal gebruik maken van 'nationale en lokale media en andere communicatiemiddelen'. Geconcludeerd moet worden dat het bestuur verplicht is om 'weggebruikers onder alle omstandigheden te informeren' en daartoe 'maximaal gebruik mag maken van nationale en lokale media en andere communicatiemiddelen'. De administratie zal in de eerste plaats informatie verstrekken via haar eigen gebruikelijke middelen en methoden; omdat 'standaard, betekenis, kwantiteit en kwaliteit en andere principes van verkeersborden die op snelwegen moeten worden toegepast met als doel het verstrekken van noodzakelijke informatie over de weg, de verkeerssituatie en de directe omgeving aan degenen die profijt hebben van de snelweg, en het waarborgen van de verkeersorde en veiligheid door het informeren van verboden en beperkingen', 19.06.1985. Het wordt geregeld door de Regeling Verkeersborden, gepubliceerd in het Staatsblad nr. 18789 uit 47. Daarom moet de informatie die binnen de reikwijdte van artikel XNUMX van de Richtlijn betreffende te nemen voorzorgsmaatregelen bij verkeersinspecties en verkeersongevallen valt, worden verstrekt via 'verkeersborden' die moeten worden geplaatst in overeenstemming met de procedures en beginselen in deze verordening. Naast deze werkwijze zullen indien nodig ook de media en andere communicatiemiddelen worden ingezet. Daarom is het, in overeenstemming met de bepaling van de betreffende richtlijn, verplicht dat bestuurders allereerst via verkeersborden worden geïnformeerd over 'op welk deel van de snelweg en op welk tijdstip de radarsnelheidscontrole zal worden uitgevoerd'. .
In de eerste plaats zullen verkeersinspecties, die moeten worden uitgevoerd om de veiligheid van de levens en eigendommen van mensen te garanderen, en het wachten tot weggebruikers de regels overtreden zonder hen hiervan op de hoogte te stellen om hen te bestraffen, niet alleen onverenigbaar zijn met het doel van het vaststellen de verkeersregels, maar zal ook betekenen dat er valstrikken worden gezet voor automobilisten, wat onverenigbaar is met de beginselen van de moderne rechtsstaat en onaanvaardbaar is.

Ten slotte; Het beginsel van de “rechtsstaat” is onmisbaar. Het bestaan ​​van een onafhankelijke en onpartijdige rechterlijke macht is de basis voor de bescherming van individuele rechten en vrijheden. Recht en gerechtigheid; Het is een bron van leven, net als brood, water, bodem en lucht. Recht en gerechtigheid; Het is de basis van eigendom en de reden van het bestaan ​​van de staat. Doelen zoals het veranderen van de regeringsvorm of het systeem van de overheid, het corrigeren van de traag functionerende en omslachtige structuur van de staat, het nemen van snellere beslissingen en het verzekeren van ontwikkeling kunnen nooit worden gebruikt als basis voor een begrip dat recht en rechtvaardigheid negeert en de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de staat elimineert. de rechterlijke macht.

De rechterlijke macht is niet de schakel van de ontwikkeling. Oordeel; Het dient de wet, de gerechtigheid en dus de mensheid binnen de reikwijdte van het beginsel van ‘gelijkheid’. Wij bieden onze groeten en respect aan de juryleden die de beslissing hebben ondertekend, waarvan we de samenvatting hierboven hebben opgenomen.

Wees de eerste om te reageren

Laat een antwoord achter

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*