Er is geen verband tussen treinongevallen in de Europese Spoorwegen en liberalisering van de markt

Er is geen verband tussen treinongevallen van de European Railway Association en de liberalisering van de markt: het grootste treinongeval in Europa sinds 1998 vond plaats in Spanje. Spoorwegveiligheidsfunctionarissen zijn daarentegen van mening dat er geen verband bestaat tussen deze ongevallen en de inspanningen van de EU om de spoorwegen open te stellen voor concurrentie en de infrastructuur te scheiden van passagiers- en vrachtdiensten.

Bij het ongeval dat woensdag plaatsvond nabij de stad Santiago de Compostela in Spanje, kwamen zeker 78 mensen om het leven en raakten ruim 150 mensen gewond. Het ongeval was het ongeval waarbij de meeste mensen om het leven kwamen sinds 1998, toen een trein ontspoorde in het Duitse dorp Eschede, waarbij 101 passagiers en bemanningsleden om het leven kwamen.

Twaalf dagen vóór het ongeval in Spanje ontspoorde een trein ten zuiden van Parijs, waarbij zes mensen omkwamen en tientallen gewond raakten.

De autoriteiten blijven de crash in Spanje onderzoeken; Uit de eerste bevindingen blijkt echter dat de hogesnelheidstrein ruim boven de 80 km-limiet reed op weg naar Santiago de Compostela.

Een passagier zei dat hij een explosie hoorde voordat de trein ontspoorde. De politie zei echter dat ze ‘steeds meer afstand namen’ van de beschuldigingen van sabotage of aanvallen.

In Frankrijk wordt de ontsporing van de intercity SNCF-trein toegeschreven aan een storing in het wissel.

Toen in mei een trein van NMBS Logistics met giftige chemicaliën ontspoorde nabij de Belgische stad Schellebelle, kwamen twee mensen om het leven, brak er urenlang brand uit en werden honderden mensen in de regio geëvacueerd.

Volgens de vakbonden is de veiligheid in gevaar

Transportvakbonden zeggen dat de inspanningen van de EU om nationale en internationale spoorweg- en infrastructuursystemen twaalf jaar lang open te stellen voor concurrentie de veiligheid van werknemers en passagiers in gevaar brengen.

De European Transport Workers Federation, met 2.5 miljoen leden, zei in een in mei aangenomen verklaring dat liberaliseringsinspanningen onder leiding van de Europese Commissie tot compromissen op het gebied van de veiligheid hebben geleid als gevolg van kostenbesparende druk op onderhoud, opleiding en personeel.

Sabine Trier, plaatsvervangend algemeen secretaris van de federatie, vertelde EurActiv dat het te vroeg was om commentaar te geven op de ongelukken in Frankrijk en Spanje, omdat het onderzoek nog niet was afgerond. Trier zei echter: 'Onze zorgen zijn bewezen. "Een van de resultaten van de liberalisering is een besparing op de onderhoudskosten", zei hij.

Een functionaris van de Europese Spoorwegautoriteit (ERA), die de ontsporingsgevallen evalueerde, zei dat er geen verband bestond tussen pogingen om gevestigde spoorwegmaatschappijen te verdelen en veiligheidsrisico's in het algemeen.

Chris Carr, verantwoordelijk voor de beveiligingseenheid van ERA, zei tegen EurActiv: 'De timing is ongelukkig, maar we denken niet dat dit een algemene trend is en we hebben daar tot nu toe geen enkel bewijs van gezien in de gegevens. Wij zien geen verband tussen de openstelling van de markt en de verslechtering van de veiligheid. “Om deze reden beschouwen we dit niet als een risico”, zei hij.

Uit een rapport dat in mei door ERA werd gepubliceerd, bleek dat ‘het onmogelijk is een verband vast te stellen tussen liberalisering en ongevallen’, maar dat landen die hun markten voor vracht- en passagiersvervoer sneller openstelden voor concurrentie minder ongelukken hadden dan landen die langzamer liberaliseerden binnen de kader van de spoorwegpakketten van de EU.

Zowel Frankrijk als Spanje zijn landen die traag zijn in het openstellen van de markt voor concurrentie. Het aantal slachtoffers in deze twee landen ligt echter in lijn met dat van landen als Oostenrijk, Zweden, Denemarken en Engeland, die een einde proberen te maken aan de staatsdominantie op het gebied van de spoorwegen.

Kallas wil liberalisering

Siim Kallas, lid van de Europese Commissie dat verantwoordelijk is voor transport, bekritiseert lidstaten die traag zijn in het openstellen van de spoorwegen voor concurrentie en het scheiden van trein- en infrastructuuractiviteiten.

Het Vierde Spoorwegpakket, dat in januari door Kallas werd gepresenteerd, geeft de ERA ook toezichthoudende bevoegdheden over de nationale spoorwegveiligheidsinstellingen. ERA kan momenteel alleen op vrijwillige basis inspecties uitvoeren.

De veiligheidsverordening van de EU, aangenomen in 2004 en bijgewerkt in 2008, verplicht de lidstaten om alle spoorwegactiviteiten te certificeren en te monitoren voor zowel infrastructuurbeheer als veiligheid op het niveau van de treinexploitanten.

Volgens ERA gebeuren de meeste dodelijke treinongelukken doordat mensen op het spoor stappen of zelfmoord plegen. Uit ERA-gegevens blijkt dat sterfgevallen onder passagiers zeldzaam waren en in de jaren tachtig begonnen af ​​te nemen. In 1980 kwamen tien mensen om het leven en werden er minder dan twintig ongevallen gemeld. In 2011 vonden ongeveer 10 ongevallen plaats en werden 20 sterfgevallen geregistreerd.

Wees de eerste om te reageren

Laat een antwoord achter

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*